Episode 5

‘Maar waarom dan? Waarom? Waarooohooom?’ Annabel kijkt me met grote ogen aan. Het feit dat ze zich vanavond met Masha als oppas moet vermaken en niet met mij, zorgt voor veel onbegrip. Mama gaat toch nooit weg, mama is toch altijd thuis om spelletjes mee te doen en chocolademelk te maken? De verbazing van Annabel doet me meer dan ik laat merken. Dat het zo vreemd is dat een keer iets voor mezelf doe zegt wel iets over mijn leven tot nu toe.

Rik zit als een klein, bleek vogeltje opgekruld in een hoekje van de bank. Hij kijkt nog steeds een beetje waterig uit zijn ogen, maar hij heeft net wel iets gegeten. Simon heeft nog niks gezegd – hij is sowieso niet zo’n prater- maar houdt me nog steeds vast bij mijn broekspijp met zijn linkerhandje, zijn rechterhand is tot een vuist gebald en zijn duim zit in zijn mond. Als ik zo naar mijn kinderen kijk, de kinderen waar ik zo veel van hou, de kinderen aan wie ik al mijn tijd en dromen heb opgeofferd, begin ik te twijfelen. Ze zien er niet uit alsof ze me kunnen missen. En toch.. één avond? Ik bijt op mijn lip, geef Annabel een kus, peuter Simons vingertjes van mijn broek en aai Rik over zijn bol. Mijn jas is al aan, ik trek de deur achter me dicht en leg de sleutel onder de mat voor Masha, die over vijf minuten komt.

De paaldanscursus wordt gegeven door een lieve, iets te zware Indonesische vrouw – niet het stereotype paaldansereres, zou je denken. Ze ziet er wat verlegen, terughoudend uit, maar zodra ze begint te dansen is het alsof ze al je aandacht opzuigt. Voordat ik kan wat zij kan ben ik nog wel even bezig. Zenuwachtig probeer ik mijn veel te korte rokje over mijn knieën te houden, maar het lukt niet. Een meisje naast me, dat luidruchtig kauwgom kauwt, heeft alleen een soort glitterbikini aan. Ik laat mijn rokje maar met rust.
De cursusleidster gebaart dat we allemaal plaats moeten nemen naast een paal en zet de muziek aan. We dansen.


Later, in de kleedkamer, als iedereen al weg is staar ik naar het plafond. Ik denk terug aan een feestje van een vriendinnetje in groep drie. We gingen een dansles volgen van haar tante, die naderhand naar me toe kwam en me haar kaartje gaf. Volgens haar had ik talent en moest ik verder gaan met dansen. Mijn vader vond het onzin. Ik heb nooit meer gedanst. Tot nu toe.

Het is jammer dat ik niet doorgegaan ben met dansen. Anders had ik er nu misschien wel iets meer van gebakken. Als ik naar mezelf keek in de spiegel van de danszaal, was alles wat ik zag een vrouw van 33 die bewoog als een soort marionet, compleet met rimpels en uitgelopen make-up. Ik gooi mijn spullen in een tas en sleep me naar de deur van de kleedkamer. Het is jammer, heel jammer, maar ik weet niet of ik dit wel kan. Ach ja, achter de bar staan is ook leuk toch? De Erika die ik net in de spiegelwand zag is niet een Erika die paaldanseres kan worden. Niet sexy genoeg, niet soepel genoeg, niet mooi genoeg. Een lieve moeder, ja. Een huisvrouw. Maar geen paaldanseres.

 ‘Erika! Ben jij nog hier?’ Ik glimlach verontschuldigend en kijk weg. De cursusleidster loopt me tegemoetin de gang. ‘Loop anders even mee. Wil je een kopje koffie?’ Ik schud van nee. ‘Ik moet naar huis, mijn kinderen wachten op me. Eh.. tot volgende week!’ Ik heb geen zin om van haar te horen dat ik niet kan dansen, dat kan ik mezelf ook wel vertellen. Ik vraag me af wat ik nu moet doen. Suzanne bellen, natuurlijk, al zal zij me wel weer wijsmaken dat ik wel kan dansen. Suzanne zou daar zo over liegen om me beter te laten voelen. Misschien moet ik de club bellen, zeggen dat ik een vaste plek achter de bar wil, of er helemaal mee ophouden. Heel even, heel even dacht ik dat ik iets kon. En dan, zonder dat ik het kan tegenhouden, glijdt er een traan over mijn wang. Ik open mijn ogen.

De cursusleidster staat nog steeds voor me. Ze kijkt geschrokken. ‘Hé, huil je nou? Wat is er?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Niks. Er is niks.’ Ze knikt en snapt dat ik het er niet over wil hebben. De Indonesische vrouw schraapt haar keel. ‘Eh.. Erika, ik weet niet of het het goede moment is, maar er is iets dat ik je wil zeggen. En geven.’ Uit haar binnenzak haalt ze een kaartje. Een kaartje dat ik ken.

Ben jij een stijlvolle dame tussen de 19 en 35 jaar en lijkt het je leuk om heren in de club een gezellige onvergetelijke tijd te geven? Wij zijn dringend op zoek naar danseressen in onze nachtclub. Bel ons na 22.00 uur: 030-2613299. Voor meer informatie of voor het maken van een kennismakingsgesprek met een vrijblijvende rondleiding.

‘Ik zou er maar eens langsgaan, als je wil, en volgens mij wil je het. Dat kan ik aan je zien. Je bent een natuurtalent, volgens mij. Eh.. nou, tot volgende week!’

De vrouw is totaal verbijsterd als ik haar half lachend, half huilend om de hals vlieg. Lars zit tot volgende week in Vietnam. Ik ga dansen, dansen, dansen!

Episode 4

Ik sta voor een grote, rode deur. Mijn hele wezen wil zich omdraaien en wegrennen. Hoe lang is het al geleden dat ik een sollicitatiegesprek heb gehad. Heb ik er überhaupt ooit een gehad? Ik adem diep in en klop op de deur. Ik wacht, er gebeurt niets. Ik klop nog een keer, en nog een keer, maar niemand geeft antwoord. Dan druk ik in een vlaag van brutaliteit de klink naar beneden en steek mijn hoofd in het kantoor. Leeg. Geweldig. Licht (nou ja, eigenlijk zwaar) gegeneerd trek ik de deur achter me dicht. Hebben ze me laten staan. Ik had het kunnen weten.
                Dan hoor ik achter me een stem “Ja sorry ik was even een kopje koffie halen, ga snel naar binnen dan kunnen we praten”. Nog voordat ik me kan omdraaien om te kijken wie het gezegd heeft wordt ik het kantoortje mee in gesleurd en op een stoel neergezet. “Nu kan ik zeker weer terug lopen om voor jou ook een kopje te halen?” Zegt de man, terwijl hij me in zich opneemt en vriendelijk glimlacht. “Ik ben Gijs, trouwens”.

Zo’n tien minuten later zit ik met mijn koffie in de hand tegen hem te praten. Of ik nog ervaringen heb. Waarom ik dit wil doen. Of ik gemotiveerd ben dit vol te houden. Het is een zware baan. Ja. Het is veel nachtwerk. Ja. Ik kan in lastige situaties terechtkomen. Ja dat had ik ook wel verwacht, dat wil ik juist! Ik wil spanning! Geef me nou verdomme die baan!
                “Ben je getrouwd?” Gijs kijkt me met zijn grijze ogen aan. “Ja, al bijna twaalf jaar”. Zo. Dat is eruit. Bijna twaalf jaar. Twaalf jaar zonder vrijheid. Soms denk ik wat me bezielde. Ik was 21. Ik had iets met mijn leven kunnen doen. In plaats daarvan krijg ik mijn eerste kind op mijn drieëntwintigste, de meeste van mijn vriendinnen waren nog niet eens afgestudeerd. Ik heb nooit gestudeerd, natuurlijk. Ik dacht dat doe ik later wel. Maar nu, drie kinderen later, kan ik wel veilig stellen dat ik daar nooit tijd voor ga hebben. “Je moet het zo zien”  zegt Gijs ernstig “Je bent een goede kanidate en ik wil je graag aannemen, maar ik denk dat je wel aan je man moet denken. Het zou heel vervelend kunnen worden als hij jaloers zou zijn”. “Oh nee, die wordt niet jaloers. Hij is het ermee eens.” Ik schaam me ervoor dat deze leugen zo gemakkelijk over mijn lippen vloeit. “Nou dat is dan geregeld.” Zegt Gijs, terwijl hij me de hand schud. “Als je dan nu even wat formulieren kunt invullen..”

Zodra ik de club uit ben bel ik naar Suzanne. “Meid, Geweldig!” Hoor ik haar zeggen. Ik adem diep. Ja, geweldig. Dan vraag ik hoe het met Rik gaat. “Oh prima hoor meid, gewoon een virusje. Hij is ook zo mager geworden door die groeispurten. Emanuel heeft er ook zo’n last van. Maar meid, kom snel naar huis dan kan ik ook weer weg, Rogier komt zo van z’n werk en die heeft liever niet dat de ontbijtborden dan nog niet afgeruimd zijn”. Ik beloof haar zo snel mogelijk te komen en hang op.
                Ik houd een taxi aan en stap in. Met mijn hoofd tegen de ruit denk ik aan wat ik zojuist gedaan heb. Ik weet zeker dat Lars dit niet leuk gaat vinden. Als hij erachter zou komen. Maar dat gaat niet gebeuren. Hij is ook zo vaak weg. En dan nog, het is mijn eigen leven.

Thuisgekomen pak ik het telefoonboek. Het is half 4, Annabel en Simon zullen zo wel uit school komen. Snel dan. Zuchtend sla ik het grote onhandige geval open. Ik weet nooit hoe ik ermee om moet gaan. Gijs opperde het idee dat ik misschien om te beginnen wat paaldanslessen moest nemen. Ik heb tot een jaar terug met Suzanne wel danscursussen gevolgd, dus zo moeilijk zou het wel niet zijn. Ik moest eerst een tijdje lessen volgen voordat ik echt mag optreden. Tot die tijd zal ik achter de bar staan. “Dan leer je gelijk met mensen communiceren, en kan je kijken hoe je collega’s het doen”. Zei Gijs. Mijn collega’s. Wat een heerlijk woord! Daar zie ik een cursus aangeboden. “Paaldansen, van beginners tot gevorderden, Bel 0348-417763, van 9.00 tot 17.00. Gelijk bellen dan maar.

“Met Silvia’s Dansschool, kan ik u helpen?” Hoor ik aan de andere kant van de lijn. “Eeh.. Ja, ja eeh ik wil graag wat meer informatie over de paaldanscursus die u aanbiedt.” Hakkel ik. Waarom doe ik het zo onhandig? Maar de vrouw is heel vriendelijk en geeft me de tijden. Ik mag meteen de volgende beginnersklas mee komen doen. Aanstaande donderdag. Dat is morgen al. Nou, prima. Moet ik alleen Suzanne even vragen of ze op de kinderen kan passen.

Als om kwart voor vier de kinderen uit school komen zit ik doodnormaal aan de keukentafel aardappels te schillen. Ik heb zelfs een koekje en limonade voor ze klaargezet. Terwijl de kinderen wat eten en drinken toets ik het nummer van Suzanne in. “Goedemiddag met Rogier Ricomciare”, klinkt aan de andere kant van de lijn. “Hoi Rogier, met mij, Erika, mag ik Suzanne even spreken?”

Geweldig. Net nu ik haar het meeste nodig heb heeft ze een ouderraadbijeenkomst op school. Waarom ze erin zit is me een raadsel, maar nu zit ik zonder oppas. Wat kan ik nu doen? Zuchtend kijk ik uit het raam. Ik zie mijn buurmeisje van 17, Masha, thuiskomen met haar vriendje. Ze zijn al twee jaar bij elkaar nu. Ja, dat moet haast wel want ze gaat op dezelfde universiteit studeren als hij volgend jaar. Samen studeren.. Misschien daarna zelfs trouwen. En kinderen krijgen. Kinderen… Ik sprint naar de voordeur, trek hem open en met een innemende (in ieder geval, dat probeer ik) glimlach zeg ik “Masha… Heb jij morgenavond wat te doen?”

Episode 3

Ik wou dat Suzanne stopte met grijnzen. Al meerdere minuten zag ik, elke keer als ik naar haar keek, die stomme grijns op haar gezicht. Een soort triomf vermengd met verbazing.
De reactie die ze gaf toen ik haar vertelde over mijn aankomende sollicitatiegesprek kon je zo op camera zetten en verkopen. Suzanne wist altijd alles, altijd alles eerder dan ik en was nooit zo verrast. Altijd was ze me voor en kon ik haar niet te slim af zijn. Dat ik die uitdrukking van een verbaasde Suzanne, met open mond en uitpuilende ogen, daar secondenlang stil zittend, kon oproepen door alleen de woorden ‘sollicitatie’ en ‘nachtclubdanseres’ had ik niet kunnen raden.
Langzaam was de uitdrukking van verrast overgegaan in een brede, brede grijns waar ik nu dus de hele tijd tegenaan keek. Ik had dus kleding nodig voor mijn sollicitatiegesprek, dat volgens mijn horloge over 43 minuten begon. Suzanne had me meegesleept naar haar huis en probeerde me in een van de veel te sexy bh’s uit haar enorme collectie te praten.
‘Het is een sollicitatiegesprek! Ik ga daar niks voordoen en daarbij,  ik solliciteer niet voor stripper!’ Suzanne lachte naar me en zei tegen me dat het alleen goed was voor mijn zelfvertrouwen en dat het me zo aan een baan zou helpen, maar ik zweerde dat ik haar daarvoor iets had horen mompelen wat klonk als ‘ontkenningsfase’. Aandacht schonk ik er verder maar niet aan, want een discussie met Suzanne kon ik niet gebruiken, helemaal niet nu.
Toen Suzanne me eindelijk in een volgens haar geschikte set kleding had gepraat, me veel te zwaar had opgemaakt en mijn haar had gedaan was ze eindelijk tevreden. Ze liep – huppelde bijna, als een klein meisje, met het verschil dat dit meisje met geen mogelijkheid minderjarig kon worden geschat – de trap af, en ik volgde haar. Beneden aangekomen zag ik haar staan, haar lippen zorgvuldig gestift, haar krullen opgestoken op een manier die netjes en toch sexy was. Haar nagels rood gelakt en net niet te lang, en aan de vinger die daaran vast zat hingen.. haar autosleutels. Zodra ik dat zag fronste ik mijn wenkbrouwen, maar Suzanne zette een onschuldig gezicht op en zei: ‘Ik breng je! Wat had je dan gedacht?’

Ik sta voor het gebouw waar ik moet zijn, volgens de aantekening die ik al vijf keer heb gecheckt. Suzanne is weggereden en om mij heen hangt nog vaag de geur van haar parfum. Ik haal diep adem, en nog eens, en nog eens. Het gebouw ziet er van de buitenkant heel gewoon uit, bijna saai, op de grote neonletters na. Ik had verwacht een smerige boel aan te treffen, maar het valt eigenlijk wel mee. De schuifdeuren gaan voor me open ik sta in de hal, zoekend naar een wc om dat teveel aan make-up weg te halen. Dat zouden ze hier toch wel hebben, een wc?
Het gebouw ziet er uitgestorven uit, natuurlijk, het is midden op de dag. Maar hoe weet ik nu waar ik heen moet? Eerst die wc maar, dan kan ik op een normale manier mensen aanspreken. Naast me is een kleedkamer – daar zullen ze toch wel een kraan hebben? Gelukkig hebben ze dat wel, en gelukkig is Suzannes make-up niet waterproof. In de spiegel  zie mijn blonde haren, iets te grote neus en mijn oren waar ik van mijn ouders nooit gaatjes in mocht, en een man.
Wat?
Geschrokken draai ik me om. Hij moet hier al een hele tijd staan.
Hij lacht en probeert me aan te kijken, maar mijn ogen glijden van zijn lange dreadlocks naar zijn ogen –draagt hij nou eyeliner?- naar zijn gouden hoektand en de tatoeage van een draak in zijn nek. Hij kijkt me vragend aan en ik kijk even vragend terug – hij heeft net iets gezegd maar ik was druk bezig met zijn andere tatoeages te tellen. Hij lacht nog eens, en herhaalt zijn vraag: ‘Ik ben Raven, wie ben jij en eh.. wat doe jij hier?’ Ik word rood – hoe lang is dat geleden? – en zeg mijn naam. ‘Ik heb een sollicitatiegesprek. Uh.. weet jij misschien waar ik heen moet?’

Episode 2

Zenuwachtig stond ik daar met de huistelefoon in mijn handen. Was dit wel slim? Ik bedacht me, dat als Lars de telefoonrekening zou zien hij er misschien achter kon komen. Onwennig grinnikte ik in mezelf. Ik voelde me opgelaten, bang om betrapt te worden. Toch maar met mijn mobiel bellen. Bedroog ik hem? Het was niet zo dat ik met andere mannen wilde gaan slapen. Ik wilde aandacht, aandacht die ik van hem nooit zou krijgen.

De telefoon ging vier, vijf keer over voordat er iemand opnam. Een mannenstem. Ik dacht de stem te herkennen, maar ik wist het niet zeker omdat ik zijn gezicht niet meer voor de geest kon halen. “Ha.. Hallo?” hakkelde ik, zenuwachtig als een kind dat naar haar vriendje belt en de vader aan de lijn krijgt . “Spreek ik met…” Ik bedacht me dat ze nergens de naam van het bedrijf hadden vermeld. Ik voelde mijn gezicht rood worden. Lang leven de telefoon. Ik hoorde de persoon aan de andere kant zijn adem inhalen om iets te zeggen. “U spreekt met club Ugly44, belt u misschien voor onze advertentie?” Ja! Wilde ik uitroepen, “Ja ik bel en geef me een leven!” Maar ik hield me in. Met een afgeknepen stem zei ik dat ik graag wilde solliciteren. De man bleef vriendelijk en hij maakte een afspraak met me. Morgen, om half één. Oké. De kinderen moesten maar een dagje naar de overblijf.

De volgende ochtend om 7 uur ging, zoals iedere ochtend, de wekkerradio. Alsof de dag me wilde opvrolijken zongen de Beach Boys me wakker met hun vrolijke muziek. Snel de kinderen wakker maken en hopen dat ze niet stinken, want ’s ochtends douchen.. Alsjeblieft niet.

Mijn kinderen merken niets van mijn zenuwen. Helaas. Annabel krijgt het voor elkaar ketchup in het haar van haar barbie te smeren en, omdat ze het zo zielig voor haar barbie vindt, smeert ze zichzelf ook maar onder. Simon probeert een Donald Duck te lezen terwijl hij een glas melk drinkt, wat tot gevolg heeft dat de hele vloer, tafel en Simon onder de melk zitten. Zei ik melk? Ik bedoelde karnemelk. De zoete variant.
Gelukkig is Rik stil. Hij is de oudste en ik denk dat hij eindelijk door begint te krijgen dat hard schreeuwen niet betekent dat je de meeste aandacht krijgt. Alhoewel, hij is wel erg stil. Zijn ogen staan koortsig en hij zit te rillen. Ik voel aan zijn voorhoofd. Oh nee hè! Niet vandaag! Terwijl ik een diepe zucht slaak, zie ik Rik ineenkrimpen. Hij buigt zich naar de tafel toe, maar bedenkt zich op tijd dat daar zijn ontbijt ligt, om zich vervolgens –oh nee!-  op Annabel de richten. Ik schreeuw, maar het is te laat. Ik kijk nog snel op de klok voordat ik Annabel meesleur naar de badkamer. Geen kans dat ik de kinderen vandaag nog op tijd naar school krijg.

Als ik een uur later weet thuis kom (ik heb de kinderen maar met de auto gebracht), ren ik meteen naar boven. Naar Rik. Mijn kleine vent is nooit ziek, en hij had 39,5 graden koorts. Ik begin me zorgen te maken. Als hij de rest maar niet aangestoken heeft!
Als ik zijn kamer binnenkom ligt hij te slapen. En hoewel het buiten bloedheet is, rilt hij onder een pak lakens dat een Eskimo nog te veel zou vinden. Ik aai over zijn hoofd. Misschien moet ik toch maar de dokter bellen? Moet ik Lars bellen? Nee, hij belt mij maar. Ik heb hulp nodig. Ik heb Suzanne nodig.

Een half uur later wordt er driftig op de bel gedrukt. Ik doe de deur open en Suzanne stormt naar binnen met een mand met fruit, een verbanddoos, een netje citroenen en een fles sterke drank. “Ga je hem dronken voeren?” Vraag ik ontzet. “Nee ik ga jou kalmeren, stresskip!” is het vinnige antwoord dat ik terugkrijg, terwijl ze al halverwege de trap naar Rik’s kamer is.
Rik en Suzanne, een heel vreemd stel. Ik heb Suzanne ontmoet toen ik zwanger was van Rik. We zaten bij elkaar op zwangerschapsgymnastiek en we vonden het allebei verschrikkelijk. Zij zwanger, ik zwanger, en allebei bomvol hormonen zaten we daar te schelden op de instructrice, die ons kennelijk niet hoorde of maar deed alsof. Ik beviel drie dagen voor Suzanne. Het ging heel moeilijk en uiteindelijk is hij er met de keizersnede uitgehaald, waardoor ik nog 5 dagen in het ziekenhuis moest blijven. Suzanne zat nog te grappen dat het haar niet zou gebeuren. Maar drie dagen later lag ze tegenover me op de ziekenzaal, helemaal uitgescheurd en high van de morfine. Zij had eveneens een zoon gebaard, Emanuel. Toch was ze kapot van verdriet. In de nageboorte had men nog een tweede onontwikkelde embryo gevonden. Ik wilde haar helpen, maar ik wist niet hoe. Emanuel huilde heel erg veel, en moest worden weggehaald omdat de andere patiënten niet konden slapen. Omdat mijn Rik nog rustig lag te slapen stelde ik voor deze naast Suzanne neer te zetten. Hoewel de zusters me vreemd aankeken leek het de dokter een goed plan. Sindsdien is ze gek op Rik. Niet zo gek als op Emanuel, natuurlijk niet, maar ze zou hem altijd helpen, in wat voor een situatie dan ook.

Als ik en Suzanne twee uur later aan de keukentafel zitten voel ik me al veel rustiger. Ze had gelijk, ik hoef me niet altijd zo druk te maken. “En, had jij nog plannen voor vandaag?” vraagt Suzanne terwijl ze een kop thee voor mijn neus neerzet (de sterke drank bewaren we voor na de lunch). Ik lach en kijk op de klok. Als door de bliksem word ik getroffen. Het is al half twaalf. “Oja, ik moet nu direct iets om aan te trekken voor een sollicitatiegesprek”, mompel ik.

Episode 1

Ben jij een stijlvolle dame tussen de 19 en 35 jaar en lijkt het je leuk om heren in de club een gezellige onvergetelijke tijd te geven? Wij zijn dringend op zoek naar danseressen in onze nachtclub. Bel ons na 22.00 uur: 030-2613299. Voor meer informatie of voor het maken van een kennismakingsgesprek met een vrijblijvende rondleiding.

Het is 21:45. Nog een kwartier tot ik kan bellen. Een kwartier om me te bedenken. Als je me een maand geleden had gevraagd of ik als danseres bij een nachtclub wilde werken, had ik je recht in je gezicht uitgelachen. Terwijl ik naar het plafond staar, het plafond dat Lars en ik tien jaar geleden samen gewit hebben, laat ik de gebeurtenissen van de afgelopen dagen nog eens tot me doordringen.

Een straatlantaarn schijnt door de gordijnen en hult mijn woonkamer in een onromantisch licht, waardoor het indianenkamp dat Simon op de vloer heeft gebouwd goed kunt zien. De indianen zijn Playmobile-poppetjes en blijkbaar zijn ze op dinosaurusjacht geweest, want op het dak van het kamp prijkt het hoofd van een brontosaurus. Ik had het op moeten ruimen, maar mijn man is eergisteren op zakenreis gegaan. Zolang Lars weg is heb ik nooit zoveel zin in schoonmaken, en van een vierjarig kind kun je ook niet verwachten dat hij zijn eigen rommel opruimt.

Het is nu tien voor tien, dus ik heb nog tien minuten om te tafel te dekken voor morgenochtend. Met twee kinderen van acht en tien die veel te laat opstaan en naar school gebracht moeten worden heb je daar ’s ochtends geen tijd voor. Ik kijk reikhalzend uit naar de dag dat Rik en Annabel zelf naar school willen fietsen.
Tien voor tien. Lars zal nu wel al in Vietnam zijn, om daar te handelen over iets vaags dat met aandelen te maken heeft. Gisterochtend vroeg is hij vertrokken, zonder me wakker te maken. Ik begrijp het wel, maar het heeft ook iets lafs.
Eergisteren hebben we ruzie gehad, een ruzie zoals we nog nooit gehad hebben. Ik had hem gevraagd of hij misschien een dag in de week thuis wilde zijn, om voor de kinderen te zorgen, maar hij vond dat dat niet nodig was. ‘Rik is al tien! Die heeft niet eens meer begeleiding nodig! En jij bent toch thuis, wat is het probleem dan?’
Alsof hij daar iets over weet, alsof hij ooit ’s middags de kinderen van school gehaald heeft, naar hun verhalen aan de keukentafel geluisterd. Soms heb ik het gevoel dat hij me niet begrijpt, dat hij gewoon niet naar me luistert. Dat heb ik hem gezegd en ik begon te huilen, hij te schreeuwen, ik te schreeuwen, Simon te huilen, en toen zijn we maar gestopt. Ik legde Simon in bed en ben zonder iets te zeggen gaan slapen. Toen Lars de kamer binnenkwam deed ik alsof ik sliep.

Toen Lars ’s ochtends weg was heb ik meteen Suzanne gebeld. Mijn beste vriendin is de enige die op welk tijdstip dan ook haar telefoon opneemt. In een lang gesprek dat soms wat onduidelijk was omdat ik steeds moest huilen, heb ik haar alles verteld. In haar SUV is Suzanne meteen naar mijn huis gereden en op fluistertoon, omdat de kinderen nog sliepen, heeft ze me een peptalk van een half uur gegeven. De hele dag bleef ze bij me, en ’s avonds zei ze: ‘Erika, we gaan naar de kroeg. Ik bel een oppas en we gaan gewoon dronken worden. Verdomme, je bent al 33 en je hebt nog nauwelijks iets leuks gedaan in je leven. Lars kan de pot op en wij gaan lol maken!’

Wat er precies in de kroeg gebeurd is weet ik niet meer. Wat ik wel weet, te voelen aan de kater die ik vanochtend had, is dat ik meer gedronken heb dan op alle feestjes uit mijn puberteit bij elkaar. Ik herinner me flarden van beelden van Suzanne die op een tafel staat te dansen, mij op de tafel trekt. Samen hebben we de hele nacht gedanst, en ik waande me in een andere wereld. Iedereen keek naar ons, en dat gevoel was geweldig. In mijn hoofd dat verdoofd was door alcohol, groeide ineens het besef dat ik nog nooit iets heb gedaan wat ik echt helemaal wil. Dat ik nog nooit in het middelpunt van de belangstelling heb gestaan.

En op dat moment, dansend op de tafel met Suzannes dansende lichaam vlak naast me, wenste ik om een verandering.

Vanochtend werd ik wakker in Suzannes bed. Ik had al mijn kleren van die nacht nog aan, en tussen mijn bh-bandje vond ik een soort visitekaartje. Ik herinner me nog vaag iets van een man die de hele avond naar ons op de tafel heeft staan kijken. Hij moet het erin gestopt hebben. Op het visitekaartje stond:

Ben jij een stijlvolle dame tussen de 19 en 35 jaar en lijkt het je leuk om heren in de club een gezellige onvergetelijke tijd te geven? Wij zijn dringend op zoek naar danseressen in onze nachtclub. Bel ons na 22.00 uur: 030-2613299. Voor meer informatie of voor het maken van een kennismakingsgesprek met een vrijblijvende rondleiding.

Nog vijf minuten tot het tien uur is. Ik ga gewoon bellen en ik vertel niets aan Lars. Ik wil ook eens in het middelpunt van de belangstelling staan, onder die steen vandaan komen waar ik al jaren onder leef.
Ik denk dat mijn wens verhoord is.