‘Maar waarom dan? Waarom? Waarooohooom?’ Annabel kijkt me met grote ogen aan. Het feit dat ze zich vanavond met Masha als oppas moet vermaken en niet met mij, zorgt voor veel onbegrip. Mama gaat toch nooit weg, mama is toch altijd thuis om spelletjes mee te doen en chocolademelk te maken? De verbazing van Annabel doet me meer dan ik laat merken. Dat het zo vreemd is dat een keer iets voor mezelf doe zegt wel iets over mijn leven tot nu toe.
Rik zit als een klein, bleek vogeltje opgekruld in een hoekje van de bank. Hij kijkt nog steeds een beetje waterig uit zijn ogen, maar hij heeft net wel iets gegeten. Simon heeft nog niks gezegd – hij is sowieso niet zo’n prater- maar houdt me nog steeds vast bij mijn broekspijp met zijn linkerhandje, zijn rechterhand is tot een vuist gebald en zijn duim zit in zijn mond. Als ik zo naar mijn kinderen kijk, de kinderen waar ik zo veel van hou, de kinderen aan wie ik al mijn tijd en dromen heb opgeofferd, begin ik te twijfelen. Ze zien er niet uit alsof ze me kunnen missen. En toch.. één avond? Ik bijt op mijn lip, geef Annabel een kus, peuter Simons vingertjes van mijn broek en aai Rik over zijn bol. Mijn jas is al aan, ik trek de deur achter me dicht en leg de sleutel onder de mat voor Masha, die over vijf minuten komt.
De paaldanscursus wordt gegeven door een lieve, iets te zware Indonesische vrouw – niet het stereotype paaldansereres, zou je denken. Ze ziet er wat verlegen, terughoudend uit, maar zodra ze begint te dansen is het alsof ze al je aandacht opzuigt. Voordat ik kan wat zij kan ben ik nog wel even bezig. Zenuwachtig probeer ik mijn veel te korte rokje over mijn knieën te houden, maar het lukt niet. Een meisje naast me, dat luidruchtig kauwgom kauwt, heeft alleen een soort glitterbikini aan. Ik laat mijn rokje maar met rust.
De cursusleidster gebaart dat we allemaal plaats moeten nemen naast een paal en zet de muziek aan. We dansen.
Later, in de kleedkamer, als iedereen al weg is staar ik naar het plafond. Ik denk terug aan een feestje van een vriendinnetje in groep drie. We gingen een dansles volgen van haar tante, die naderhand naar me toe kwam en me haar kaartje gaf. Volgens haar had ik talent en moest ik verder gaan met dansen. Mijn vader vond het onzin. Ik heb nooit meer gedanst. Tot nu toe.
Het is jammer dat ik niet doorgegaan ben met dansen. Anders had ik er nu misschien wel iets meer van gebakken. Als ik naar mezelf keek in de spiegel van de danszaal, was alles wat ik zag een vrouw van 33 die bewoog als een soort marionet, compleet met rimpels en uitgelopen make-up. Ik gooi mijn spullen in een tas en sleep me naar de deur van de kleedkamer. Het is jammer, heel jammer, maar ik weet niet of ik dit wel kan. Ach ja, achter de bar staan is ook leuk toch? De Erika die ik net in de spiegelwand zag is niet een Erika die paaldanseres kan worden. Niet sexy genoeg, niet soepel genoeg, niet mooi genoeg. Een lieve moeder, ja. Een huisvrouw. Maar geen paaldanseres.
‘Erika! Ben jij nog hier?’ Ik glimlach verontschuldigend en kijk weg. De cursusleidster loopt me tegemoetin de gang. ‘Loop anders even mee. Wil je een kopje koffie?’ Ik schud van nee. ‘Ik moet naar huis, mijn kinderen wachten op me. Eh.. tot volgende week!’ Ik heb geen zin om van haar te horen dat ik niet kan dansen, dat kan ik mezelf ook wel vertellen. Ik vraag me af wat ik nu moet doen. Suzanne bellen, natuurlijk, al zal zij me wel weer wijsmaken dat ik wel kan dansen. Suzanne zou daar zo over liegen om me beter te laten voelen. Misschien moet ik de club bellen, zeggen dat ik een vaste plek achter de bar wil, of er helemaal mee ophouden. Heel even, heel even dacht ik dat ik iets kon. En dan, zonder dat ik het kan tegenhouden, glijdt er een traan over mijn wang. Ik open mijn ogen.
De cursusleidster staat nog steeds voor me. Ze kijkt geschrokken. ‘Hé, huil je nou? Wat is er?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Niks. Er is niks.’ Ze knikt en snapt dat ik het er niet over wil hebben. De Indonesische vrouw schraapt haar keel. ‘Eh.. Erika, ik weet niet of het het goede moment is, maar er is iets dat ik je wil zeggen. En geven.’ Uit haar binnenzak haalt ze een kaartje. Een kaartje dat ik ken.
Ben jij een stijlvolle dame tussen de 19 en 35 jaar en lijkt het je leuk om heren in de club een gezellige onvergetelijke tijd te geven? Wij zijn dringend op zoek naar danseressen in onze nachtclub. Bel ons na 22.00 uur: 030-2613299. Voor meer informatie of voor het maken van een kennismakingsgesprek met een vrijblijvende rondleiding.
‘Ik zou er maar eens langsgaan, als je wil, en volgens mij wil je het. Dat kan ik aan je zien. Je bent een natuurtalent, volgens mij. Eh.. nou, tot volgende week!’
De vrouw is totaal verbijsterd als ik haar half lachend, half huilend om de hals vlieg. Lars zit tot volgende week in Vietnam. Ik ga dansen, dansen, dansen!