Ik wou dat Suzanne stopte met grijnzen. Al meerdere minuten zag ik, elke keer als ik naar haar keek, die stomme grijns op haar gezicht. Een soort triomf vermengd met verbazing.
De reactie die ze gaf toen ik haar vertelde over mijn aankomende sollicitatiegesprek kon je zo op camera zetten en verkopen. Suzanne wist altijd alles, altijd alles eerder dan ik en was nooit zo verrast. Altijd was ze me voor en kon ik haar niet te slim af zijn. Dat ik die uitdrukking van een verbaasde Suzanne, met open mond en uitpuilende ogen, daar secondenlang stil zittend, kon oproepen door alleen de woorden ‘sollicitatie’ en ‘nachtclubdanseres’ had ik niet kunnen raden.
Langzaam was de uitdrukking van verrast overgegaan in een brede, brede grijns waar ik nu dus de hele tijd tegenaan keek. Ik had dus kleding nodig voor mijn sollicitatiegesprek, dat volgens mijn horloge over 43 minuten begon. Suzanne had me meegesleept naar haar huis en probeerde me in een van de veel te sexy bh’s uit haar enorme collectie te praten.
‘Het is een sollicitatiegesprek! Ik ga daar niks voordoen en daarbij, ik solliciteer niet voor stripper!’ Suzanne lachte naar me en zei tegen me dat het alleen goed was voor mijn zelfvertrouwen en dat het me zo aan een baan zou helpen, maar ik zweerde dat ik haar daarvoor iets had horen mompelen wat klonk als ‘ontkenningsfase’. Aandacht schonk ik er verder maar niet aan, want een discussie met Suzanne kon ik niet gebruiken, helemaal niet nu.
Toen Suzanne me eindelijk in een volgens haar geschikte set kleding had gepraat, me veel te zwaar had opgemaakt en mijn haar had gedaan was ze eindelijk tevreden. Ze liep – huppelde bijna, als een klein meisje, met het verschil dat dit meisje met geen mogelijkheid minderjarig kon worden geschat – de trap af, en ik volgde haar. Beneden aangekomen zag ik haar staan, haar lippen zorgvuldig gestift, haar krullen opgestoken op een manier die netjes en toch sexy was. Haar nagels rood gelakt en net niet te lang, en aan de vinger die daaran vast zat hingen.. haar autosleutels. Zodra ik dat zag fronste ik mijn wenkbrouwen, maar Suzanne zette een onschuldig gezicht op en zei: ‘Ik breng je! Wat had je dan gedacht?’
Ik sta voor het gebouw waar ik moet zijn, volgens de aantekening die ik al vijf keer heb gecheckt. Suzanne is weggereden en om mij heen hangt nog vaag de geur van haar parfum. Ik haal diep adem, en nog eens, en nog eens. Het gebouw ziet er van de buitenkant heel gewoon uit, bijna saai, op de grote neonletters na. Ik had verwacht een smerige boel aan te treffen, maar het valt eigenlijk wel mee. De schuifdeuren gaan voor me open ik sta in de hal, zoekend naar een wc om dat teveel aan make-up weg te halen. Dat zouden ze hier toch wel hebben, een wc?
Het gebouw ziet er uitgestorven uit, natuurlijk, het is midden op de dag. Maar hoe weet ik nu waar ik heen moet? Eerst die wc maar, dan kan ik op een normale manier mensen aanspreken. Naast me is een kleedkamer – daar zullen ze toch wel een kraan hebben? Gelukkig hebben ze dat wel, en gelukkig is Suzannes make-up niet waterproof. In de spiegel zie mijn blonde haren, iets te grote neus en mijn oren waar ik van mijn ouders nooit gaatjes in mocht, en een man.
Wat?
Geschrokken draai ik me om. Hij moet hier al een hele tijd staan.
Wat?
Geschrokken draai ik me om. Hij moet hier al een hele tijd staan.
Hij lacht en probeert me aan te kijken, maar mijn ogen glijden van zijn lange dreadlocks naar zijn ogen –draagt hij nou eyeliner?- naar zijn gouden hoektand en de tatoeage van een draak in zijn nek. Hij kijkt me vragend aan en ik kijk even vragend terug – hij heeft net iets gezegd maar ik was druk bezig met zijn andere tatoeages te tellen. Hij lacht nog eens, en herhaalt zijn vraag: ‘Ik ben Raven, wie ben jij en eh.. wat doe jij hier?’ Ik word rood – hoe lang is dat geleden? – en zeg mijn naam. ‘Ik heb een sollicitatiegesprek. Uh.. weet jij misschien waar ik heen moet?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Hallo, heb je tips, aanmerkingen, kritiek, vragen of ben je alleen maar heel enthausiast? Laat het me weten bij de comments!